BIOMETRISCHE BEATYCASE


• De biometrische beautycase wordt geactiveerd door een druk op de knop, waarna een rood LED-lampje gaat branden, en de ingave van het correcte paswoord. Bij de juiste vingerafdruk gaat de beautycase open. Zolang het systeem niet wordt geactiveerd, is het in slaapstand.
• Om de beautycase af te sluiten, doet u hem gewoon dicht en drukt u de 2 knoppen, aan de voorzijde van de beautycase, tegelijkertijd in. Het elektronische mechanisme blokkeert het slot en het systeem gaat opnieuw in slaapstand.
•Bij ingave van een foutief paswoord of als de vingerafdruk niet wordt herkend, zal het elektronische systeem het openen van de beautycase niet activeren.
• Het is natuurlijk altijd mogelijk dat, bij vergissing, een foutief paswoord wordt ingegeven. In dit geval drukt u de twee knoppen vooraan de beautycase tegelijkertijd in, het systeem re-set zich en u kunt opnieuw het paswoord ingeven.

 

• Als, na ingave van het correcte paswoord, de vingerafdruk na drie opeenvolgende pogingen niet wordt herkend, gaat het toestel in “time out” modus en schakelt het zichzelf volledig uit..
• Als, na ingave van het correcte paswoord, de vingerafdruk na drie opeenvolgende pogingen niet wordt herkend, gaat het toestel in “time out” modus en schakelt het zichzelf volledig uit.
•Pas dan kan de volledige procedure opnieuw worden doorlopen.
• Alle handelingen om de beautycase te kunnen openen, moeten binnen de 20 seconden worden uitgevoerd, anders schakelt het systeem uit.
• Het mechanisme om de vingerafdruk te herkennen, de biometrische sensor, schakelt pas aan als het correcte paswoord is ingegeven.

 

• Om de vingerafdruk te herkennen, plaatst u uw vinger op de sensor. Als de sensor de vingerafdruk herkent, gaat er een groen LED-lampje branden en de beautycase wordt geopend.
• Gaat er een rood LED-lampje branden, dan moet de procudure opnieuw worden doorlopen.
• In het geheugen kunnen max. 200 vingerafdrukken worden opgeslagen. Telkens een nieuwe vingerafdruk in het geheugen moet worden opgeslagen, moet er een paswoord worden ingegeven en moet de hoofdgebruiker zich bij het begin en bij het einde van de procedure identificeren.